Het werkelijk verhaal 1970
Zeevaarders sloten een reisverzekering bij de godin af
Bij behouden vaart zou de godin een wijgeschenk krijgen in de vorm van een altaar,
een steen met inscriptie of een beeldje. Vermoedelijk werd ook ooft en mogelijk
andere producten geofferd. Ongetwijfeld was er al een Nehalenniacultus voordat
de Romeinen deze streken bezetten rond het begin van onze jaartelling.
De Romeinen waren gewend om de inheemse godsdienst niet te bestrijden,
in te voegen in hun eigen veelgodendom. Dat deden ze ook met de Godin Nehalennia
Aan haar gewijde heiligdommen, zijn slechts teruggevonden in Zeeland bij Domburg en bij Colijnsplaat. Uit de aan haar gewijde altaren en tekst stenen blijkt nochtans dat haar
aanbidders uit uiteenlopende streken van Noordwest-Europa kwamen, met name
steden langs de Rijn.
Op spectaculaire wijze kwam Nehalennia boven water in 1970. De visser K. Bout van de Tholen 6
en z`n bemanning troffen in hun net een votiefsteen met inscripties.
Gelukkig hebben de vinders deskundigen ingeschakeld en sindsdien is er systematisch gezocht naar de resten van wat eens een uitgebreid gewijd terrein moet zijn geweest.
De bemanning van de Tholen 6
Het schip Tholen 6
Altaarsteen in het sleepnet
Een klein stuk altaar
Niet alleen de professionele oudheidkundigen hebben veel materiaal verzameld
Ook amateur-duikers hebben in de loop der jaren veel opgehaald.
Een deel daarvan is in particulier bezit gebleven.
De vele votiefstenen en restanten van de tempel zijn gevonden in een betrekkelijk klein afgebakend gebied.
De deskundigen hebben zich afgevraagd waarom deze voorwerpen niet veel verder verspreid zijn geraakt over een groter gebied.
De verklaring hiervoor is waarschijnlijk de ondermijning van de tempelomgeving door de stroming,
waarna de tempel letterlijk naar beneden is verdwenen en vervolgens is bedekt met aarde en slib.